Ook dit jaar 2 gedichten:
het eerste gedicht komt van Nelleke Woortman:
Gedicht is van: M. Vasalis
De zee was springende tot aan de horizon
met wilde, frisse kudden grijze golven,
die ‘t schuimend haar al botsend in elkaar bedolven
en van de grote vloed was niets te zien dan fijne lijnen
bijna onzichtbaar uitgetande kant, hoog op het stroeve strand.
En tederder dan ‘t wuiven van een lange kinderhand
boog zich de vochtig-blauwe, knipperende kustlijn om.
Dit zag zij toen zij ’t ochtendlijke duin beklom
——————————————————————————–
Het tweede gedicht komt van Margreet Bonouvrie
Gedicht is van; Judith Herzberg
Elke ochtend, tussen het aandoen
Van zijn linker- en zijn rechterschoen,
Trekt zijn hele leven even langs.
Soms komt de rechterschoen
Bijna niet meer aan.